Voor het klimaat
telt elke cent
Voor het klimaat telt elke cent
telt elke cent
Voor wie het klimaat belangrijk vindt, biedt beleggen een ontzettend breed scala aan opportuniteiten om impact te maken. We geven concrete voorbeelden over hoe je zelf je weg kan vinden in deze wondere wereld.
Beleggen met klimaat in het achterhoofd houdt steek. Je kan bijdragen aan oplossingen, interessante opportuniteiten ontdekken en risico’s verkleinen, om maar een paar voordelen te benoemen.
Zelf beleggen is evenwel niet altijd eenvoudig. Daar moeten we eerlijk over zijn. En toch is het zeker niet onmogelijk om verstandige financiële keuzes te maken zonder het klimaat over het hoofd te zien. Integendeel, het klimaat of breder duurzaamheid kan net zo belangrijk zijn als financieel rendement. Sterker nog, misschien is het wel je prioriteit?
In de wondere wereld van duurzaam beleggen bestaan ontzettend veel mogelijkheden.
Wie op ontdekking trekt in de wondere wereld van duurzaam beleggen, zal merken dat er ontzettend veel mogelijkheden bestaan, zowel op de klassieke financiële markten als daarbuiten. Veel meer dan er hier ruimte is om ze allemaal te bespreken.
We wijzen je in wat volgt de weg op basis van vier mogelijkheden, die elk toegang bieden tot nog veel meer opties. Wie nog veel meer wil weten, kan de online cursus ‘Zelf duurzaam beleggen’ volgen bij Duurzaam Beleggen Academy.
Beleggingsfondsen bieden een ontzettend belangrijk voordeel, namelijk spreiding. Zelfs voor relatief kleine bedragen kan je investeren in soms honderden bedrijven tegelijk. Dat verkleint je risico.
Bij fondsen denken veel mensen automatisch aan hun bank. Maar je kan ook zelf op zoek gaan naar fondsen en die aankopen via bijvoorbeeld een onlinebroker.
Bij een broker zal je een veel ruimere keuze hebben uit fondsen van tal van aanbieders, terwijl bij banken het aanbod vaak beperkt is tot fondsen van het ‘huismerk’.
Om te weten hoe een fonds concreet werkt, verwijzen we naar dit artikel. We bespreken daarin meer uitgebreid de volgende vijf vragen, die je kunnen helpen uit te maken of een fonds duurzaam is of niet.
Een alternatief voor een beleggingsfonds zijn zogenaamde passieve fondsen. Wat zijn dat precies? Wel, bij een klassiek beleggingsfonds maakt een fondsbeheerder actief een selectie. Uit alle Europese aandelen zal de beheerder bijvoorbeeld zo’n honderd aandelen kiezen die het vervolgens goed zouden moeten doen.
Een passief fonds maakt die actieve keuzes niet. Het belegt bijvoorbeeld in alle aandelen uit de MSCI Europe, een brede index met Europese aandelen. Daar gebeurt dus geen selectie van aandelen die het goed zouden moeten doen.
Heel wat indexfondsen houden rekening met het klimaat.
Het voordeel van zo’n indexfondsen zijn de lage kosten, omdat er geen fondsbeheerder aan te pas komt. En vaak noteren ze op de beurs als exchange traded fund of ETF. Je kan ze dan gewoon kopen en verkopen als een aandeel.
Net als bij klassieke fondsen zijn er heel wat indexfondsen die rekening houden met het klimaat. Ze beleggen bijvoorbeeld enkel in bedrijven die zich het meest inzetten om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Of ze sluiten bepaalde bedrijven uit, bijvoorbeeld ondernemingen uit de oliesector. Hoe strenger de selectiecriteria zijn, hoe meer namen uit de index zullen vallen.
Andere opties zijn dat ze op bepaalde klimaatvriendelijke thema’s inzetten, zoals hernieuwbare energie of investeren in bedrijven die oplossingen aanreiken.
Klimaatvriendelijk beleggen in lijn met Parijs
In de financiële wereld zijn indexen steeds belangrijker geworden. Een index is een korf met bepaalde activa. Dat kunnen aandelen, obligaties, vastgoed, grondstoffen, goud of nog andere zaken zijn. Bekende voorbeelden zijn de Amerikaanse S&P500 of bij ons de Bel20.
De indexen zijn zo belangrijk omdat klassieke fondsen ze als graadmeter gebruiken om hun prestaties aan af te meten. Ze zijn nog belangrijker geworden omdat passieve fondsen die indexen almaar vaker gewoon kopiëren.
Europa heeft daarom beslist klimaatvriendelijke indexen samen te stellen. Een voorbeeld daarvan zijn de zogenaamde Paris Aligned Benchmarks (PAB). Die moeten het mogelijk maken dat je belegt in lijn met het klimaatakkoord van Parijs, waar werd afgesproken om de opwarming van de aarde te beperken tot 2 graden en zelf het liefst tot 1,5 graden.
Wat doet zo’n PAB-index concreet? We willen niet te technisch worden, maar er zijn twee belangrijke regels. Ten eerste moet de uitstoot van de bedrijven in de benchmark 50 procent lager liggen dan in de originele graadmeter. Ten tweede moet de uitstoot elk jaar met 7 procent dalen. Dat is immers de reductie die nodig is om de opwarming van de aarde tegen te gaan, zoals afgesproken in Parijs.
Wie niet kiest voor de spreiding van een fonds, kan ook zelf beleggen in aandelen en obligaties. Sommige beleggers verkiezen dat, omdat je zo rechtstreeks investeert in een bedrijf. Een aandeel maakt je mede-eigenaar, met een obligatie geef je een lening. Het risico van aandelen is hoger, het rendement potentieel ook.
Wie zelf wil beleggen in individuele bedrijven, zal zijn huiswerk moeten maken om de risico’s te beoordelen. Wie rekening houdt met het klimaat, zal die beoordeling daarbovenop moeten maken.
Wie zelf wil beleggen in individuele bedrijven, zal zijn huiswerk moeten maken om de risico’s te beoordelen..
Hoe pak je dat aan? Je kan daarvoor kijken naar de verschillende strategieën die fondsen gebruiken. We geven hieronder een paar concrete voorbeelden.
Om de duurzaamheid van een bedrijf te beoordelen kijken beleggers naar de punten op het vlak van milieu (E), sociaal beleid (S) en goed bestuur (G). Voor het klimaat telt dus vooral de E in die scores.
De ESG-scores kijken evenwel vooral naar hoe de klimaatverandering een risico inhoudt voor het bedrijf en hoe het management daarmee omgaat. Dat is belangrijk, maar daarmee weet je nog niet wat een bedrijf bijdraagt aan de klimaatverandering.
Alternatieven die daarom opgang maken, zijn zogenaamde impactscores. Die proberen wel in kaart te brengen hoeveel goed en slecht een bedrijf doet aan het klimaat.
Er zijn dus heel wat hulpbronnen die je kunnen helpen bij de beoordeling van de klimaatimpact van een belegging. Maar het zal wel wat huiswerk vragen. En je zal wellicht een afweging moeten maken. De realiteit is zelden zwart-wit. Een bedrijf doet bijna nooit alles goed of slecht.
De realiteit is zelden zwart-wit. Een bedrijf doet bijna nooit alles goed of slecht.
Een andere benadering ten slotte is te kijken of een bedrijf science based targets heeft opgesteld. Dat is een wetenschappelijk onderbouwd klimaatplan om de uitstoot te verminderen. Onafhankelijke wetenschappers gaan daarbij na of het plan realistisch is en jaarlijks moet het bedrijf rapporteren over zijn voortgang. Wereldwijd werken al duizenden bedrijven op die manier.
Er zijn dus heel wat hulpbronnen die je kunnen helpen bij de beoordeling van de klimaatimpact van een belegging. Maar het zal wel wat huiswerk vragen. En je zal wellicht een afweging moeten maken. De realiteit is zelden zwart-wit. Een bedrijf doet bijna nooit alles goed of slecht.
Een laatste manier om zelf te beleggen, is buiten de klassieke financiële markten. Je kan bijvoorbeeld coöperant worden, in een biologisch project investeren of geld lenen aan arme boeren in het zuiden.
In tegenstelling tot grote, complexe bedrijven is de klimaatimpact van zo’n investering vaak heel duidelijk. Ze bieden dus het voordeel van de helderheid. Het gaat ook vaak over projecten in de buurt of van mensen die je kent, wat je investering heel tastbaar maakt. Maar die investeringen zijn niet voor iedereen weggelegd.
Opgelet, de impact is niet het enige dat telt
Veel mensen investeren kleine bedragen in een project uit de buurt uit sympathie of betrokkenheid. Wie dat echter als een echte belegging ziet, moet zich er goed bewust van zijn dat ook die investeringen niet zonder risico zijn.
Vaak gaat het om kleinschalige initiatieven, die weinig rapporteren en waar ook geen externe controle gebeurt. Er is dus minder toezicht, minder transparantie en meestal weinig handel, waardoor het moeilijker is een ‘juiste’ prijs te bepalen. Hoe goedbedoeld sommige initiatieven ook zijn, het is goed om de risico’s in het achterhoofd te houden. Ook hier moeten we op het belang van spreiding hameren.
Wie aan de slag wil, kan zich mogelijk de volgende vragen stellen:
We overlopen hieronder graag enkele alternatieven. Het is geenszins onze bedoeling volledig te zijn. Daarvoor is het aanbod te rijk en te gevarieerd. We willen alleen een aantal van de voornaamste initiatieven aankaarten en je wat kapstokken aanreiken om zelf investeringsmogelijkheden te beoordelen.
Uiteraard kan je een initiatief simpelweg steunen omdat je het een warm hart toedraagt. Dat juichen we alleen maar toe. Hier bekijken we evenwel alles vanuit het standpunt van een belegger. Geld doneren is nobel, maar uiteraard niet hetzelfde als investeren. Wij leggen ons hier daarom enkel toe op initiatieven waar je uitzicht hebt op een vorm van rendement.
Een belangrijke vraag is of je een lening wil geven, dan wel kapitaal wil verschaffen. .
Een belangrijke vraag die je je moet stellen is of je een lening wil geven, dan wel kapitaal wil verschaffen. Net zoals bij klassieke obligaties en aandelen zal die keuze in grote mate je risico’s en je rendement bepalen.
Een populaire manier om een lening te geven is de Winwinlening. Daarmee kan je rechtstreeks investeren in een onderneming die je zelf kiest. Het is met andere woorden een manier om een krediet te geven aan een onderneming die jij duurzaam vindt.
Een andere alternatieve vorm van financiering is crowdfunding. De term komt van de Engelse begrippen ‘crowd’ (menigte) en ‘funding’ (financiering) en slaat op initiatieven om geld op te halen bij het grote publiek.
Op het platform van Lita.co bijvoorbeeld kan je rechtstreeks investeren in bedrijven die zich inzetten voor een sociaal-ecologische transitie. Vanaf 100 euro kan je er beleggen in bijvoorbeeld duurzaam vastgoed, hernieuwbare energie, de sociale economie, ecologische landbouw of duurzame consumptie.
Wil je in vastgoed beleggen, kan je bijvoorbeeld bij Wooncoop terecht. Dat is een coöperatie die “investeert in gronden en panden om er betaalbare en kwalitatieve huurwoningen van te maken”.
Een coöperatie is opgezet met een bepaald doel, en winst maken is maar een middel.
Nog een belangrijke categorie zijn coöperaties. Eigen aan coöperaties is dat de leden of vennoten meerdere relaties hebben met de onderneming. Ze zijn eigenaar, maar daarnaast ook klant, medewerker of leverancier. Een coöperatie is opgezet met een bepaald doel, en winst maken is maar een middel om dat doel te bereiken.
Wil je in vastgoed beleggen, kan je bijvoorbeeld bij Wooncoop terecht. Dat is een coöperatie die “investeert in gronden en panden om er betaalbare en kwalitatieve huurwoningen van te maken”.
Andere bekende voorbeelden zijn de talrijke energiecoöperaties die zowat overal in Vlaanderen investeren in hernieuwbare energie. Bij die bedrijven zijn de klanten die elektriciteit afnemen tegelijk ook aandeelhouder.
Nog een andere categorie die we zeker niet onbesproken willen laten, zijn de coöperaties die actief zijn in microkredieten. Incofin bijvoorbeeld verstrekt kleine leningen aan ondernemers en boeren in ontwikkelingslanden.
Je ziet, er zijn heel wat mogelijkheden om buiten de klassieke financiële markten een impact te maken op het klimaat. Te veel om ze allemaal op te noemen. Besluiten doen we evenwel met de gebruikelijke disclaimer: beleggen is nooit zonder risico.
Lees meer
Gratis e-book – Impact met je geld in 4 stappen
Met dit e-book leer je slimmer en vooral duurzamer om te gaan met je geld. Je zal de duurzame belegger in jezelf ontdekken, een plan leren opmaken en een aanpak vinden die werkt voor jou.